Miriam Makeba (1932-2008) was een Zuid-Afrikaanse zangeres en burgerrechtenactiviste. Ze begon in de jaren 50 op te treden in diverse formaties (Cuban Brothers, Manhattan Brothers, The Skylarks) met een gevarieerd repertoire (popsongs, jazz, traditionele Afrikaanse songs). In 1956 verscheen haar eerste solo-single (Duze/Thande). Makeba zong twee nummers in de anti-apartheidsfilm Come Back, Africa (1959) van de Amerikaanse cineast Lionel Rogosin. De film zorgde voor internationale bekendheid met concerten in New York en Londen. Ze verhuisde naar New York en werd verbannen uit Zuid-Afrika (in 1962 werd haar paspoort ingetrokken). In 1960 verscheen haar eerste van 23 solo-lp’s. Daarbij bracht ze een internationaal repertoire van wereldmuziek met vooral Afrikaanse, maar ook Latijns-Amerikaanse, Europese, Aziatische muziek. Ze werkte tijdens haar carrière samen met onder anderen Harry Belafonte, Dizzy Gillespie, Nina Simone. In 1967 had ze wereldwijd succes met het nummer Pata pata.
Haar huwelijk met burgerrechtenactivist Stokely Carmichael dwarsboomde haar carrière in de Verenigde Staten en het gezin verhuisde in 1969 naar Guinee. In Afrika werd ze omwille van haar inzet voor burgerrechten het gezicht van de dekolonisering en kreeg ze het epitheton ‘Mama Africa’. In 1985 verhuisde Makeba naar Brussel om pas in 1990, op uitnodiging van Nelson Mandela, naar Zuid-Afrika terug te keren.
Miriam Makebaplein (Gent) op Google maps