Karel Miry (1823-1889) was componist, dirigent en docent die voornamelijk carrière maakte bij Gentse muziek- en toneelverenigingen en het Gentse muziekonderwijs. Hij componeerde samen met zijn oom Hippoliet Van Peene (1811-1864, die de tekst schreef) De Vlaamse Leeuw (ca. 1845-1847). De eerste twee strofen hiervan zijn sinds 1985 het volkslied van de Vlaamse Gemeenschap.
Miry schreef zich in 1835 in bij het nieuwe Gentse conservatorium en speelde sinds 1840 bij het orkest van de Gentse opera (als slagwerker en als tweede violist (1843)). Hij componeerde en dirigeerde voor het toneelgezelschap Broedermin en Taelijver en werd bestuurder van het koor de Melomanen, waarmee hij nationaal en internationaal successen boekte. In 1849 werd Miry assistent-dirigent aan de Gentse opera waar hij instond voor het lichtere muziektheater. Hij dirigeerde ook in Waux-Hall in Brussel (1857).
Aan het Gentse conservatorium werd Miry in 1857 dirigent, docent en onderdirecteur (1871). Miry was muziekleraar (1868), in 1875 inspecteur van het Gentse muziekonderwijs en in 1881 inspecteur van het Vlaamse muziekonderwijs.
Miry componeerde meer dan 1000 stukken (opera’s, operettes, vaudeville, liederen, kinderliedjes, symfonieën, kamermuziek, …), waarvan ongeveer de helft met Nederlandstalige teksten. Zijn grote verdienste ligt in het ontwikkelen van het Nederlandstalig oeuvre in België. Vier jaar na zijn overlijden werd op het Gentse Casinoplein een herdenkingszuil met zijn borstbeeld opgericht.
Karel Mirystraat (Gent) op Google maps
Biografie van Karel Miry bij het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek